Na ons bezoek aan de Johanneswaterval reden wij door naar Hallstatt. Aangezien Hallstatt maar klein dorpje is heb je aan een halve dag voldoende om het dorp en te verkennen. Wij parkeerden de auto op P2 en liepen vanaf daar naar het centrum.
Alhoewel het centrum klein is, kun je er genoeg doen. In de kleine (souvenir)winkeltjes langs het water en in het centrum van Hallstatt worden veelal ambachtelijke souvenirs verkocht. Ook zijn er voldoende eetgelegenheden de meeste menukaarten zijn gevuld met typische Oostenrijkse gerechten zoals Wiener schnitzel, Kaiserschmarrn en Apfelstrudel.
Jaarlijks trekt Hallstaat zo’n 1 miljoen toeristen, een groot deel hiervan komt uit Azië. De meeste Chinezen en Japanners blijven niet lang, ze lopen door het stadje naar het “Classic Villiga Vieuwpoint/Postcard Angle” voor een selfie of foto.
Bijzonder feitje: de Chinezen vinden Hallstatt blijkbaar zó mooi dat ze het complete dorp in een Chinees pretpark hebben nagebouwd.
Ossuarium
Toch heeft Hallstatt wel een hele bijzonder attractie. Voor € 2,- p.p. kun je namelijk het Beinhaus bezoeken. In het ossuarium liggen 1200 schedels van voormalig bewoners waarvan er 610 zijn beschilderd. Families liggen bij elkaar en zijn voorzien van sterfdatum. Omdat het de gewoonte is om de graven met bloemen te versieren, worden uiteindelijk ook de schedels door kunstenaars symbolisch met bloemenkransen beschilderd. Deze traditie is begonnen in 1720 en staat in het teken van liefde.
Wij bezochten Hallstatt op 19 oktober 2020. Tijdens onze vakantie in Oostenrijk is het reisadvies van Oostenrijk aangepast van geel naar oranje waardoor er weinig (Nederlandse) toeristen in Hallstatt waren. De meeste souvenirwinkels waren gesloten, maar hierdoor konden wij wel optimaal genieten van dit kleine plaatsje.
Laat een reactie achter!